Werkvonken naar Wakkere gemeenschappen. 50 Algoritmes voor meervoudigheid

In januari 2019 verscheen het vervolg op Werken aan de Wakkere Stad: Werkvonken naar Wakkere gemeenschappen. 50 Algoritmes voor meervoudigheid.” 

De auteurs hebben hun intense betrokkenheid bij het vitaliseren van steden beschreven in hun eerdere boek “Werken aan de Wakkere Stad” in 2015. Naast veel enthousiaste reacties kregen zij ook vaak de vraag: “Hoe doe je dat nou concreet, werken aan een wakkere stad?”.

Daar bestaan natuurlijk geen traditionele stappenplannen voor. Maar de auteurs wilden wel aan iedereen, die als bestuurder, ambtenaar, professional of bewoner daadwerkelijk die vitalisering willen aanpakken, een aantal zo concreet mogelijke richtsnoeren en handelingsperspectieven aanreiken. In dit boek worden 50 van die concrete invalshoeken- hier werkvonken of logaritmes genoemd- beschreven. Een deel gaat over vitalisering van jezelf, een deel beschrijft stappen voor professionals en bewoners op straat, en het laatste deel is geschreven voor leidinggevenden en bestuurders.

Het creëren van vitale gemeenschappen in buurten en wijken is niet alleen maar een leuke hobby of een werkwijze, die mooi past bij de huidige beleidskaders Het bouwen aan betrokkenheid en collectieve zelfsturing gebeurt voor de auteurs altijd tegen de achtergrond van grotere maatschappelijke opgaven. Het ontwikkelen van de leefbaarheid in de wijken van vandaag is altijd bedoeld om daarmee ervaring op te doen voor de grotere maatschappelijke uitdagingen van deze tijd: ons energiegebruik, onze klimaatbeïnvloeding, onze voedselproductie, de toenemende afvalberg, de migratiestromen van vluchtelingen op drift, de toenemende grip van de onderwereld op de bovenwereld etc. Die macroproblemen vragen om een internationale aanpak, maar dat gaat langzaam en is niet genoeg.

Er is ook een beweging van onderop nodig om in de microstructuren van leefgemeenschappen een sprankelende atmosfeer te ontwikkelen om samen oog te krijgen voor de vragen die ons allen raken. Wakkere gemeenschappen zijn leerscholen voor solidariteit. Daar kunnen we vandaag oefenen in onderlinge verbondenheid en in het omgaan met meervoudigheid, die nodig zijn om een betere wereld voor onze kinderen na te laten.

 

Recensie: Een boek waar de (werk)vonken vanaf vliegen

VNG Magazine nummer 20, 21 december 2018 

Auteur: Rogier van der Wal

In 2015 schreven Frans Verhaaren en Jan van Ginkel een aangenaam prikkelend boek onder de titel Werken aan de wakkere stad, met als ondertitel Langzaam leiderschap naar gemeenschapskracht. Dat boek krijgt nu een vervolg, waarin het wakker maken handen en voeten krijgt in wat de auteurs ‘algoritmes voor meervoudigheid’ noemen, die worden vervat in vijftig korte, puntige ‘werkvonken’.  

In het nieuwe boek veel herkenning, en dat is logisch: we leven nog steeds in tijden van verandering en overheden zoeken naar de beste manier om daar greep op te krijgen. Vaak gebeurt dat laatste nog te veel vanuit de systeemwereld, waarbij de leefwereld er bekaaid van afkomt. Al in hun eerste boek pleitten Verhaaren en Van Ginkel juist voor vitale gemeenschappen en het aanhaken bij en aanwakkeren van gemeenschapskracht. Daarbij past wat ze vierde orde veranderen noemen: niet alleen maar de meubels verzetten, de tent verbouwen of verkassen, maar samen ontwikkeling wakker maken en verder brengen. Langzaam leiderschap is daarvoor het beste, samengevat in de mooie paradox daadkrachtig op je handen zitten. 

Praktijk 
Het nieuwe boek is geschreven op verzoek van diegenen die de auteurs vroegen: maar hoe doe je dat nou in de praktijk, een stad wakker maken? Omdat daarvoor geen uniform recept te geven valt, hebben Verhaaren en Van Ginkel gekozen voor een opbouw in drie delen met concrete suggesties, vervat in wat ze algoritmes noemen, een ander, moderner woord voor de klassieke handelingsperspectieven. Deze vlot geschreven, korte teksten zijn bedoeld ter inspiratie. De auteurs spreken van ‘werkvonken in de maatschappelijke smidse’, wat aansluit bij de hernieuwde belangstelling voor ambtelijk vakmanschap.
In het eerste deel gaat het over werken aan jezelf. Aan de hand van een casus (De Buurtvrouw in Schiedam) worden negen invalshoeken gepresenteerd, die gaan over zelfleren, over generatief bewustzijn en over anders omgaan met tijd. Maar ook over het verlangen dat van alles de bron is, en dat de auteurs vergelijken met een ster die je op koers houdt. Hoe toepasselijk, in kersttijd! 

Frontlijnwerkers 
Deel twee bevat een viertal cases, waarvan er twee spelen in Zwolle, een in Utrecht en een in Amsterdam-Oost. Daaromheen wordt een aantal thema’s aangesneden die vooral te maken hebben met de eigen werk- en leefomgeving: hoe kun je daar het anders handelen vormgeven en verinnerlijken? Ook hier weer het accent op de beweging die er in de leefwereld al is: als je die ziet of leert zien, kun je mooi aansluiten. De frontlijnwerkers gaan voorop, eigenaarschap wordt niet overgenomen maar blijft bij de eigenaren, de aanpak is waarderend en écht uitnodigend en randfiguren fungeren als rolmodellen, juist omdat ze de grenzen opzoeken. Veranderen doe je aan het systeem, niet erin en ook niet erbuiten. Het primaat ligt bij de maatschappelijke opdracht, dus praktijkleren en actieonderzoek gaan voor. Niet vragen ‘wat is er aan de hand’, maar ‘wat is er gaande’ en daarbij aanhaken. Het gaat zeker niet vanzelf of zonder complicaties, maar het devies is: volhouden op de ‘plek der moeite’. 

Leiderschap 
Het laatste deel gaat over leiderschap, maar start met een schets van de nieuwe, responsieve overheid en hoe die zich tot de samenleving verhoudt. Op basis daarvan kom je volgens de auteurs vanzelf tot de wens voor radicaal ander leiderschap: met het accent op uitvoeringskracht (dat zal Tjeenk Willink als muziek in de oren klinken), werkend aan het ‘veruberen’ van de organisatie – willen we dat trouwens echt? Lijkt me een discussie waard – en optredend als leerarchitect en antistollingsexpert. Ook hier twee mooie cases ter illustratie.
Het is weer een buitengewoon (ideeën-)rijk boek geworden. Wie het in de kerstvakantie aanschaft en leest, mag erop rekenen dat er bij hem/haar ook iets gaat vonken. Begin januari leent zich uitstekend voor een bezinningsmoment: grote kans dat het daarna als een lopend vuurtje verder gaat en dat er zo via gemeenschapskracht iets moois ontstaat. (RvdW) 

Rogier van der Wal is docent bestuurskunde aan de Universiteit Leiden in Den Haag. 

Frans Verhaaren & Jan van Ginkel, Werkvonken naar wakkere gemeenschappen. 50 algoritmes voor meervoudigheid, uitgeverij Management Impact – Vakmedianet,            € 34,95